Met enige regelmaat wordt onze baan getroffen door hevige stortbuien die in korte tijd niet alleen plassen water achterlaten maar soms ook schade veroorzaken aan de bunkers. Dan gaat het over diepe sleuven, als gevolg van het wegspoelen van zand (erosie). Deze schade wordt zo goed mogelijk en zo snel mogelijk hersteld, maar zolang dat nog niet is gebeurd kan deze schade aan een bunker een onevenredige belemmering vormen en kunnen we dan ook spreken van een abnormale baanomstandigheid.
Daarom is besloten om, als die omstandigheden zich voordoen, een Tijdelijke plaatselijke regel in te stellen waardoor zonder straf een dergelijke belemmering mag worden ontweken.
De bunkererosie wordt dan aangemerkt als grond in bewerking.
Wanneer deze (onderstaande) tijdelijke regel van toepassing is, zal dit worden “aangehangen” in de vitrines en worden vermeld op de website.
Tijdelijke plaatselijke regel “Diepe sleuven in bunkers”
Gebieden in bunkers met diepe sleuven die zijn ontstaan door het wegspoelen van zand (erosie), zijn grond in bewerking (GUR/abnormale baanomstandigheid).
Deze gebieden mogen worden ontweken op de gebruikelijke manier voor het ontwijken van een abnormale baanomstandigheid:
– zonder straf binnen de bunker (volgens regel 16.1.c 1) of:
– met één strafslag buiten de bunker (volgens regel 16.1.c 2)
Straf voor overtreding van deze Plaatselijke Regel:
Matchplay : verlies van de hole
Strokeplay : twee slagen