Het voorjaar lonkt
De gewone dotterbloem bloeit volop op onze golfbaan. Een bijzonder verschijning die het voorjaar aankondigt. Je kunt ze vinden in de oevers van onze baan een lid van de Ranonkelfamilie aantreffen. Aan het hele uiterlijk, of habitus, van de plant zie je al meteen dat ze wel op boterbloemen lijkt maar er toch ook wel weer behoorlijk van afwijkt. Het zijn tamelijk forse planten die tot 50 cm hoog kunnen worden, ze hebben grote hartvormige bladeren en in vergelijking met Boterbloemen grote dooier gele bloemen die een doorsnede hebben van 2-5 cm.
De plant heeft een rechtopstaande stengel, die bovenin vertakt; elke vertakking eindigt in een bloem, zodat je kunt spreken van een vertakte tros. De bloemen zijn regelmatig en hebben een bloemdek dat bestaat uit vaak vijf tot soms acht grote bloemdekbladen. Een brede bloembodem, zoals we die kennen van Rozenfamilie, ontbreekt: de bloemdelen staan ogenschijnlijk direct bovenop het uiteinde van de bloemstengel ingeplant. Er zijn veel meeldraden en de bovenstandige vruchtbeginsels groeien na bevruchting uit tot kokervruchten die door hun vorm een beetje lijken op kleine peultjes. Ze vormen met z’n allen, meestal zo’n zeven tot negen exemplaren, als het ware een kroontje.
De bladeren staan onder in de plant verspreid aan de stengel. Het zijn grote donkergroene, onbehaarde wat vettig aandoende bladeren, min of meer eirond en met een hartvormige voet. De onderkant is wat dofgroen van kleur. De holle bladsteel is van onderen rond en van boven een beetje uitgehold. De bladeren in de bovenste helft van de Gewone dotterbloem zijn kleiner, ongesteeld en vaak zittend aan de stengels. De knopen van de stengels van de plant die we hier laten zien zijn niet verdikt en hol en ook niet geknikt. We hebben dan ook te doen met de ondersoort Gewone dotterbloem. De andere ondersoort is de Spindotterbloem, die wel verdikte knopen heeft die massief zijn en op de knopen geknikt.
De gewone dotterbloem is een plant die de voorkeur heeft voor zeer natte standplaatsen zoals de kruisende sloot op Boerveen 9. Je vindt haar niet alleen aan de rand van snelstromende beekjes, maar ook vaak erin als ze niet te diep zijn. In bronnen of bronbeekjes kun je haar ook vaak vinden. Als de bodem van grasland voedselrijk en nat voelt ze zich ook thuis en op natte plekken in loofbossen, zeg maar moerasbos voelt kan ze ook gevonden worden. Je vindt Gewone dotterbloem dan ook in de beschreven milieus in het Rivierengebied en in de laagveengebieden. Elders is ze enkel in de beschreven Habitats te vinden en is dan zeldzaam. In droge hoge gebieden is ze slechts zeer uitzonderlijk te vinden, gezien de eisen die ze aan haar omgeving stelt.